Drie liederen voor sopraan, contrabas en piano
Het Q.Festival eindigt dit jaar met een GEZAMENLIJK RECITAL, tot stand gebracht in co-productie met Musicamera Produções, door drie grote namen van de klassieke muziek, te weten:
Natasa Sibalic (sopraan)
Anne Kaasa (piano)
Alejandro Erlich Oliva (contrabas en compositie)
En hoewel alles heel bijzonder is aan dit concert, wil ik hier bij twee hoogtepunten stil staan. Één is de herdenking van José Vianna Da Motta zijn 150ste geboortejaar en de andere is de compositie van Alejandro Erlich Oliva: ‘Drie liederen voor sopraan, contrabas en piano’.
Erlich Oliva zette de gedichten van drie grote namen van de Portugese dichtkunst van de 18e, 19e en 20e eeuw -Markiezin van Alorna, Florbela Espanca en Natália Correia-, op muziek. En u bent de eerste die ze gaat horen tijdens deze wereldpremière donderdag a.s., 21 juni 2018, in de Engelse Kerk te Amsterdam.
Van harte welkom!
De gedichten:
Over de plicht te verblinden ~ Natália Correia
De nutteloze tragedie van het leven
Is niet eens een gedicht waard
Alleen het gedicht is, soms, waard
de nutteloze tragedie van het leven.
De mensen vallen als blaadjes
En verdrogen in het stof van de lusteloosheid
Als ze niet meegenomen worden
Door de dichterlijke razernij van de wind.
De enige bestaansreden voor ons leven
Moet iemand in ons vinden.
Degenen die nooit tot een gedicht geïnspireerd hebben
Zijn de enige eenzame mensen.
Alleen in het bos ~ Markiezin van Alorna
Alleen in het bos
met mijn gedachten
Ik heb het verlangen bedwongen,
een bestand met de kwellingen gesloten.
Ik heb naar de maan gekeken,
die de schaduwen verscheurde,
op de trillende wateren
haar stralen losliet.
In die stroming
die uitgestoten wordt,
bemerk ik, verschrikt,
de afbeelding van het leven.
Uit de borst, waarin de pijn
al minder werd,
welt de droefheid weer op,
en ik kom terug bij mijn gedachten.
Het Leven en de Dood ~ Florbela Espanca
Wat is het leven en de dood
Die helse vijandin
Het leven is de glimlach
En de dood het onderkomen van het leven.
De dood heeft de ergernissen
Het leven heeft de gelukkigen
Het graf heeft het verdriet
Het leven heeft de wortels
Het leven en de dood zijn
De vleiende glimlach
En de liefde heeft het schip
En het schip de matroos
Noot: Gedicht geschreven op 11 november 1903, toen Florbela nog maar 8 jaar oud was.
Vertaling: Hennie Bos
www.henniebos.nl
PT
Três Canções para soprano, contabaixo e piano
O Q.Festival termina este ano com o concerto ‘JUNTOS EM RECITAL’, uma co-produção com a Musicamera Produções, composto por três grandes nomes da música clássica, a saber:
Natasa Sibalic (soprano)
Anne Kaasa (piano)
Alejandro Erlich Oliva (contrabaixo e composição)
E embora todo o concerto seja digno de menção, quero contudo salientar dois momentos muito especiais: um é a comemoração do 150ͦ aniversário de José Vianna Da Motta e o outro é a composição de Alejandro Erlich Oliva:’Três Canções para soprano, contrabaixo e piano’.
Erlich Oliva ‘traduziu’ os poemas de três grandes nomes da poesia portuguesa dos séculos XVIII, XIX e XX – Marquesa de Alorna, Florbela Espanca e Natália Correia-, em música. E você vai ser o primeiro a ouvi-los durante esta estreia mundial na próxima Quinta-feira, dia 21 de junho de 2018, na Igreja Inglesa em Amesterdão.
Seja muito bem vindo!
Do Dever De Deslumbrar ~ Natália Correia
A inútil tragédia da vida
Não chega a merecer um poema
Só o poema merece, por vezes,
A inútil tragédia da vida.
As pessoas caem como folhas
E secam no pó do desalento
Se não as leva consigo
A fúria poética do vento.
Para que se justifique a nossa vida
É preciso que alguém a invente em nós.
Os que nunca inspiraram um poema
São as únicas pessoas sós.
Sozinha no Bosque ~ Marquesa de Alorna
Sozinha no bosque
com meus pensamentos.
calei as saudades,
fiz trégua aos tormentos.
Olhei para a Lua,
que as sombras rasgava,
nas trémulas águas
seus raios soltava.
Naquela torrente
que vai despedida,
encontro, assustada,
a imagem da vida.
Do peito, em que as dores
já iam cessar,
revoa a tristeza,
e torno a pensar.
A Vida e a Morte ~ Florbela Espanca
O que é a vida e a morte
Aquela infernal inimiga
A vida é o sorriso
E a morte da vida a guarida.
A morte tem os desgostos
A vida tem os felizes
A cova tem as tristezas
A vida tem as raízes
A vida e a morte são
O sorriso lisonjeiro
E o amor tem o navio
E o navio o marinheiro
Nota: Poema escrito em 11 de novembro de 1903, quando Florbela tinha apenas 8 anos de idade.